Opgave 68, bz. 33
In vaas I zitten 3 rode en 5 witte knikkers.
In vaas II zitten 10 knikkers. Hiervan zijn er a zwart, de rest is rood.
Harm pakt uit elk van de vazen I en II één knikker.
Stel de formule op van de kans dat
a) hij 2 rode knikkers pakt
b) hij een witte en een zwarte knikker pakt.
Aan vaas I worden a rode knikkers toegevoegd. Harm pakt opnieuw uit beide vazen één knikker. Nu is P( rode en zwarte) =
= (a^2 + 3a) : (10 a + 80). ( a^2 = a tot de tweede).
c) Toon de juistheid van deze formule aan.
d) Hoefveel rode knikkers moet je aan vaas I toevoegen opdat P( rode en zwarte) precies 0,55 is?
Uitwerking:
a) in vaas I zitten 8 knikkers in totaal. 3 rood en 5 wit.
In vaas II zitten a zwarte en ( 10 – a ) rode knikkers.
De kans dat Harm 2 rode knikkers pakt = P( r r ) =
= (3/ 8 ) x ( (10 – a )/10) = ( 30 – 3a )/80.
b) P(een witte en een zwarte knikker) = P(w z) = 5/8 x a/10 = 5 a/80.
c) Aan vaas I worden a rode knikkers toegevoegd.
Dus de vaas I bevat ( 3 + a ) rode knikkers, en in totaal zitten er (8+a) knikkers.
P(rood en zwart) = (a +3)/(8 + a) x a/10 = ( a^2 + 3a)/(10a+80).
d) P( rode en zwarte) = 0,55 = ( a^2 + 3a)/(10a+80)
Je kan deze formule gebruiken: ( a/b = c/d dat geeft: ad = bc met b en d niet nul zijn).
0,55 = ( a^2 + 3a)/(10a+80) dat wordt: a^2 – 2,5 a – 44 =0 , los dat op!. abc-formule gebruiken:
D = 6,25 + 176 = 182,25. dus a =( 2,5 – 13,5):2 = - 5,5 dat is negatief, dat kan niet. Of a = (2,5 + 13,5): 2 = 8.
Dus je moet 8 rode knikkers aan vaas I toevoegen opdat P(rz) precies 0,55 is.